Het manuscript: “WOORD” heb ik ontleend aan mijn Encyclopedie van de Wereld volgens Fens,
het -nu plusminus vierhonderd 23-rings multobanden omvattend- knipselarchief, waar ik sinds 1982 aan werk.
Een van de 27 multobanden uit de deel-encyclopedie “RELIGIE” bevat krantenkoppen, waar het woord “GOD” in voorkomt.
De koppen zijn geordend naar functie en/of plaats van het woord “GOD” in de zin.
Een associatie met de STATENBIJBEL ligt voor de hand.
De dienst aan de ene GOD als schepper heeft geleid tot schepping en CATASTROFE.
Het idee, om “grote woorden” te gaan verzamelen ontstond, toen ik als televisieverslaafde rond 1980 besloot mijn camera voor het scherm te zetten om de tijd nog enigszins productief door te brengen.
Ik ging de mijns inziens zes meest voorkomende zelfstandige naamwoorden in ondertitels,  te weten: MAN, VROUW, LEVEN, DOOD, MENS en LIEFDE fotograferen.
Dit leidde tot een collectie van 6 x 400 zwart-wit foto’s.
Daarna begon ik deze woorden, aangevuld met de woorden GOD, DENKEN, TIJD,  HEL, PARADIJS, ZWART en ROOD uit kranten en tijdschriften te knippen, en in te plakken.